Indien de schuif aan de achterzijde volledig is ingeschoven, is L1 ongeveer gelijk aan 3 cm. De golflengte van het waargenomen geluid bedraagt derhalve circa 12 cm en de bijbehorende frequentie circa 2850 Hz. In de situatie dat de schuif aan de achterzijde volledig uitgetrokken is, heeft de kamer een lengte (L2) van ongeveer 10 cm. De golflengte en frequentie van het waargenomen geluid bedragen circa 40 cm respectievelijk 850 Hz.
Het frequentiebereik van de fluit (700 Hz tot 1700 Hz) komt echter niet overeen met het berekende frequentiebereik (850 Hz tot 2850 Hz). De formule l = 4L blijkt een te eenvoudige benadering van de werkelijkheid.
Het opstellen van een algemeen fysisch model van de pompfluit is niet eenvoudig. De fluit is te beschrijven aan de hand van een drietal fysische modellen die sterk met elkaar verweven zijn. Ook is de toonhoogte van de pompfluit afhankelijk van hoe hard op de fluit geblazen wordt. Dit laatste is zeer moeilijk in een fysisch model te beschrijven.
De pompfluit illustreert weer eens waarom wij van Sonus bv raadgevende ingenieurs zo'n boeiend vak hebben. Steeds blijkt dat akoestiek veel moeilijker is dan op het eerste gezicht lijkt.
De Sonus pompfluit is inmiddels uitverkocht.
|